Hol land Waar zee en aarde eens in evenwicht waren staan nu wijdbeens gebouwen elkaar aan te staren Een platte pannenkoek met een dunne rand gestamel en gevloek leven in het waterland Wie buien doorstond en uit de klei gewassen het gemompel verstond dan nog niet wou verkassen Mag zich geus noemen voor meer geboren en niets te verbloemen zijn hart is verloren